Uitspraak in het Plat: /mɪdəlhant/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Mid·del·hand
Pluralis: Mid­del­hänn f de Mid­del­hand Westfaals, Noord-Nedersaksisch, Oostfaals, Märkisch, Pommersch
Pluralis: Mid­del­hann f de Mid­del­hand Noord-Nedersaksisch
[1]
perifere woordenschat
Nederlands:
Engels:
Duits:

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: middel + Hand