Uitspraak in het Plat: /fɔː͡ɐpɾiːz/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Fohr·pries
Pluralis: Fohr­prie­sen m de Fohr­pries
[1]
geavanceerde woordenschat
Nedersaksisch:
Nederlands:
Engels:
Duits:
Voorbeelden:
De Fohrpries is twee Euro.

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: fohren + Pries