Uitspraak in het Plat: /ʊnfɾʏndlɪç/
bijvoegelijk naamwoord
Afbreking: un·fründ·lich
unfründlicher unfründlichst
[1]
geavanceerde woordenschat
Nedersaksisch:
Nederlands:
Engels:
Duits:
Voorbeelden:
Antoniemen:
fründlich

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: un- + fründlich