Uitspraak in het Plat: /vanɐʃɔp/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Wan·ner·schop
Pluralis: Wan­ner­schop­pen f de Wan­ner­schop
[1]
geavanceerde woordenschat
Nedersaksisch:
Duits:

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: wannern + -schop