Uitspraak in het Plat: /vɔːtɐʃɛɪ̯/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Wa·ter·scheed
Pluralis: Wa­ter­sche­den f de Wa­ter­scheed
[1]
perifere woordenschat
Nedersaksisch:
Grenz twüschen de Afströömrebeden von twee Strööm
Nederlands:
Engels:
Duits:

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: Water + Scheed