Uitspraak in het Plat: /spɛːlkɔː͡ɐt/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Speel·koort
Pluralis: Speel­koor­ten f de Speel­koort
[1]
geavanceerde woordenschat
Nedersaksisch:
Nederlands:
Engels:
Duits:

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: spelen + Koort