Uitspraak in het Plat: /nɔːɡəlflɛɪ̯ʃ/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Na·gel·fleesch
Niet gebruikt het pluralis n dat Na­gel­flee­sch
[1]
perifere woordenschat
Nedersaksisch:
Fleesch, dat hollbor maakt warrt
Duits:

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: Nagel + Fleesch