Uitspraak in het Plat: /nɔu̯tbɾʏɡ/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Noot·brügg
Pluralis: Noot­brüg­gen f de Noot­brüg­g

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: Noot + Brügg