Uitspraak in het Plat: /snɛɪ̯huːpm̩/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Snee·hu·pen
Pluralis: Snee­hu­pens m de Snee­hu­pen
[1]
perifere woordenschat
Nedersaksisch:
Nederlands:
Engels:
Duits:

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: Snee + Hupen