Uitspraak in het Plat: /kɪpəlɪç/
bijvoegelijk naamwoord
Afbreking: kip·pe·lig
kippeliger kippeligst
[1]
perifere woordenschat
Nedersaksisch:
Nederlands:
Engels:
Duits:

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: kippeln + -ig