Uitspraak in het Plat: /ɔːvənttɔç/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: A·vend·tog
Pluralis: A­vend­töög m de A­vend­tog
[1]
perifere woordenschat
Nedersaksisch:
Duits:

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: Avend + Tog