Uitspraak in het Plat: /aflɛɪ̯ɡn̩/
bijvoegelijk naamwoord
Afbreking: af·le·gen
aflegener aflegenst
[1]
geavanceerde woordenschat
Nedersaksisch:
Duits:

Etymologie:

Woord afgeleid van: afliggen
Identieke woorden ››› aflegen ❔︎