Uitspraak in het Plat: /stɔːt͡skas/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Staats·kass
Pluralis: Staats­kas­sen f de Staats­kass
[1]
geavanceerde woordenschat
Nedersaksisch:
Nederlands:
Engels:
Duits:

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: Staat + Kass