Uitspraak in het Plat: /bɛɪ̯nknɔːkn̩/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Been·kna·ken
Pluralis: Been­kna­kens m de Been­kna­ken
[1]
perifere woordenschat
Nedersaksisch:
Engels:
Duits:

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: Been + Knaken