leeflich
in het Nedersaksisch
Uitspraak in het Plat:
/ˈlɛɪ̯f·lɪç/
bijvoegelijk naamwoord
Afbreking:
leef·lich
leeflicher
leeflichst
[1]
kaart voordoen
perifere woordenschat
actief
×
kaart voor onderbetekenis [1] van „leeflich”
bekend
onbekend
bekend in de dialectgroep
onbekend in de dialectgroep
onbepaald
Over de kaarten
Cuxland:
Heinrich Teut:
Hadeler Wörterbuch: der plattdeutsche Wortschatz des Landes Hadeln (Niederelbe).
Wachholtz, 1959, Band 3, Siet 31
Nedersaksisch:
angenehm
för
de
Sinnen
Nederlands:
lieflijk
lieftallig
Engels:
soft
mellow
delightful
Duits:
lieblich
Voorbeelden:
De
Sünn
schient
so
leeflich
von
’n
Heven
dal
.
Etymologie:
Woord afleidt van:
-lich
Rijmwoorden
Het woord kann ook in deze nauw verwante vormen voorkomen:
leevelk
leeflik
Plattmakers is een Nedersaksisch woordenboek dat ook vertalingen in verschillende talen biedt. Krijg meer informatie.
Nieuwe vertaling voorstellen
zoeken:
Taal veranderen naar:
Plattdüütsch
Deutsch
English
Taal blijvend veranderen