Uitspraak in het Plat: /bɔlt͡sɪç/
bijvoegelijk naamwoord
Afbreking: bol·zig
bolziger bolzigst
[1]
perifere woordenschat
Nedersaksisch:
Engels:
Duits:
Voorbeelden:
De Katt is bolzig.

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: bolzen + -ig