Uitspraak in het Plat: /zɔmɐkɔu̯ɾn/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Som·mer·koorn
Niet gebruikt het pluralis n dat Som­mer­koorn
[1]
perifere woordenschat
Antoniemen:
Winterkoorn

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: Sommer + Koorn