Uitspraak in het Plat: /tasn̩ʃap/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Tas·sen·schapp
Pluralis: Tas­sen­schäpp n dat Tas­sen­schapp Noord-Nedersaksisch
Pluralis: Tas­sen­schäpp m de Tas­sen­schapp
Pluralis: Tas­sen­schap­pen m de Tas­sen­schapp
[1]
perifere woordenschat
Nedersaksisch:
Duits:

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: Tass + Schapp