Uitspraak in het Plat: /vɪltbɾɔːdn̩/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Wild·bra·den
Pluralis: Wild­bra­dens m de Wild­bra­den
[1]
perifere woordenschat
Nedersaksisch:
Nederlands:
Engels:
Duits:
Voorbeelden:
To Wiehnachten eet wi dit Johr Wildbraden.

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: Wild + Braden