Uitspraak in het Plat: /vɪltɔːnt/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Wild·aant
Pluralis: Wild­aan­ten f de Wild­aant
[1]
perifere woordenschat
Nedersaksisch:
Nederlands:
Engels:
Duits:
Voorbeelden:
De Jäger harr dree Wildaanten schaten.

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: wild + Aant