Taal veranderen naar:
Plattdüütsch
Deutsch
English
Taal blijvend veranderen
Markstück
in het Nedersaksisch
Uitspraak in het Plat:
/ma͡ɐkstʏk/
zelfstandig naamwoord
Afbreking:
Mark·stück
Pluralis:
Markstücken
n
dat Markstück
Noord-Nedersaksisch
Pluralis:
Markstücker
n
dat Markstück
Pluralis:
Markstück
n
dat Markstück
[1]
perifere woordenschat
verouderend
Nedersaksisch:
Münt
mit
en
Weert
von
een
Mark
2002
von
dat
Eurostück
aflööst
Nederlands:
markmunt
Engels:
Mark
coin
Duits:
Markstück
Voorbeelden:
Ik
heff
nülich
achtern
in
de
Schuuv
noch
en
Markstück
funnen
.
Tuxyso, CC BY-SA 3.0
Etymologie:
Samengesteld woord gevormd door:
Mark
+
Stück
Rijmwoorden
Plattmakers is een Nedersaksisch woordenboek dat ook vertalingen in verschillende talen biedt. Krijg meer informatie.