Uitspraak in het Plat: /a͡ɐɡʊmɛnt/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Ar·gu·ment
Pluralis: Ar­gu­men­ten n dat Ar­gu­ment
[1]
geavanceerde woordenschat
Nedersaksisch:
Nederlands:
Engels:
Duits:
Voorbeelden: