zelfstandig naamwoord
Afbreking: Su·per
Niet gebruikt het pluralis n dat Su­per
[1]
geavanceerde woordenschat
Nedersaksisch:
Nederlands:
Engels:
Duits:
Voorbeelden:
Wat mutt ik tanken? — Dat Auto föhrt mit Super!

Etymologie:

Woord afgeleid van: super-
Identieke woorden ››› super ❔︎