Uitspraak in het Plat: /ɡɛɪ̯stdɛɪ̯ɾn/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Geest·deern
Pluralis: Geest­deerns f de Geest­deern
[1]
perifere woordenschat
Nedersaksisch:
Duits:

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: Geest + Deern