Uitspraak in het Plat: /vɔː͡ɐʃaʊ̯/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Wohr·schau
Pluralis: Wohr­schau­en f de Wohr­schau
[1]
geavanceerde woordenschat
Nedersaksisch:
Nederlands:
Engels:
Duits:

Etymologie:

Woord afgeleid van: wohrschauen