Taal veranderen naar:
Plattdüütsch
Deutsch
English
Taal blijvend veranderen
Spaddelee
in het Nedersaksisch
Uitspraak in het Plat:
/spadəlɛɪ̯/
zelfstandig naamwoord
Afbreking:
Spad·de·lee
Niet gebruikt het pluralis
f
de Spaddelee
[1]
kaart tonen
perifere woordenschat
actief
×
kaart voor onderbetekenis [1] van „Spaddelee”
bekend
onbekend
bekend in de dialectgroep
onbekend in de dialectgroep
onbepaald
🛈
Over de kaarten
Cuxland:
Heinrich Teut:
Hadeler Wörterbuch: der plattdeutsche Wortschatz des Landes Hadeln (Niederelbe).
Wachholtz, 1959, deel 4, pagina 186
Stader Geest:
Marcus Buck: getuigd door mondelinge bronnen op de Stader Geest
Nedersaksisch:
Akt
von
dat
Spaddeln
Nederlands:
gespartel
Engels:
fidgeting
wriggling
Duits:
Zappelei
Gezappel
Voorbeelden:
Höör
op
mit
de
Spaddelee
,
du
rittst
noch
wat
üm
!
Etymologie:
Samengesteld woord gevormd door:
spaddeln
+
-ee
Rijmwoorden
Plattmakers is een Nedersaksisch woordenboek dat ook vertalingen in verschillende talen biedt. Krijg meer informatie.