Uitspraak in het Plat: /spadəlɛɪ̯/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Spad·de·lee
Niet gebruikt het pluralis f de Spad­de­lee
[1]
perifere woordenschat
Nedersaksisch:
Nederlands:
Engels:
Duits:
Voorbeelden:
Höör op mit de Spaddelee, du rittst noch wat üm!

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: spaddeln + -ee