Uitspraak in het Plat: /kanɪbɔːˑl/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Kan·ni·baal
Pluralis: Kan­ni­ba­len m de Kan­ni­baal
[1]
geavanceerde woordenschat
Nedersaksisch:
Nederlands:
Engels:
Duits:
Voorbeelden: