Stutendag in het Nedersaksisch

Uitspraak in het Plat: /stuːtn̩daç/

zelfstandig naamwoord

Afbreking: Stu·ten·dag

Pluralis: Stutendaag m de Stutendag

[1]

perifere woordenschat

Nedersaksisch:

Dag, de besünners is, an den dat Stuten to eten gifft

Nederlands:

feestdag

Engels:

holiday

day, when white bread (Stuten) is eaten instead of the usual rye bread

Duits:

Feiertag

Tag, an dem gut gegessen wird, an dem es also Stuten statt des sonst üblichen Schwarzbrots gibt

Festtag

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: Stuten + Dag

Plattmakers is een Nedersaksisch woordenboek dat ook vertalingen in verschillende talen biedt. Krijg meer informatie.