Taal veranderen naar:
Plattdüütsch
Deutsch
English
Taal blijvend veranderen
Schötel
in het Nedersaksisch
Uitspraak in het Plat:
/ʃøːtəl/
zelfstandig naamwoord
Afbreking:
Schö·tel
Pluralis:
Schöteln
f
de Schötel
[1]
kaart tonen
geavanceerde woordenschat
actief
huishouding
×
kaart voor onderbetekenis [1] van „Schötel”
bekend
onbekend
bekend in de dialectgroep
onbekend in de dialectgroep
onbepaald
🛈
Over de kaarten
Bielefeld:
Olaf Bordasch:
Wörterverzeichnis zu Heinrich Stoltes Bauernhof und Mundart in Ravensberg.
pagina 58
PDF, 1,8 MB
Waldeck:
Karl Bauer:
Waldeckisches Wörterbuch nebst Dialektproben.
1902, Wörterliste, pagina 92
PDF, 25,4 MB
Stader Geest:
Marcus Buck: getuigd door mondelinge bronnen op de Stader Geest
Niederung/Elbing:
Robert Dorr:
De lostgen Wiewer von Windsor.
pagina 15
PDF, 3 MB
Nedersaksisch:
Kump
Nederlands:
kom
Engels:
bowl
Duits:
Schüssel
Voorbeelden:
To
’t
Fröhstück
heff
ik
en
Schötel
mit
Müsli
eten
.
Fir0002, GFDL 1.2
Etymologie:
Woord afgeleid van:
-el
Samengesteld woorden:
Schöteldook
Tweelingswoorden:
Schöttel
Rijmwoorden
Identieke woorden ›››
Schötel
❔︎
Plattmakers is een Nedersaksisch woordenboek dat ook vertalingen in verschillende talen biedt. Krijg meer informatie.