Taal veranderen naar:
Plattdüütsch
Deutsch
English
Taal blijvend veranderen
Spitt
in het Nedersaksisch
Uitspraak in het Plat:
/spɪt/
zelfstandig naamwoord
Pluralis:
Speet
m
de Spitt
[1]
kaart tonen
geavanceerde woordenschat
actief
huishouding
×
kaart voor onderbetekenis [1] van „Spitt”
bekend
onbekend
bekend in de dialectgroep
onbekend in de dialectgroep
onbepaald
🛈
Over de kaarten
Sleeswijk:
Johann Rhode Friedrich Augustiny:
Achtern Åben oder Plattdütsches Vålksbok för Kinner un ole Lüd, tohopståkt un ut egen Fabrik.
Herzbruch, Flensburg 1857, pagina 116
PDF, 3,7 MB
Altmark:
Johann Friedrich Danneil:
Wörterbuch der altmärkisch-plattdeutschen Mundart.
Schmidt, Salzwedel 1859, pagina 203
PDF, 28,1 MB
Oost-Mecklenburg:
Carl Friedrich Müller:
Reuter-Lexikon.
Leipzig 1905, Hesse & Becker Verlag, pagina 126
PDF, 5,1 MB
Nedersaksisch:
Staff
,
op
den
Saken
braadt
warrt
Nederlands:
spit
braadspit
Engels:
spit
Duits:
Spieß
Bratspieß
Voorbeelden:
Souvlaki
warrt
an
’n
Spitt
grillt
.
Pvasiliadis, CC-BY-SA-3.0
Samengesteld woorden:
Braadspitt
Hoorspitt
Wustspitt
Rijmwoorden
Identieke woorden ›››
Spitt
❔︎
Plattmakers is een Nedersaksisch woordenboek dat ook vertalingen in verschillende talen biedt. Krijg meer informatie.