Uitspraak in het Plat: /ɡɛvɛɪ̯ɾ/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Ge·wehr
Pluralis: Ge­weh­ren n dat Ge­wehr
[1]
geavanceerde woordenschat
Nedersaksisch:
Nederlands:
Engels:
gun
Duits:

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: ge- + wehren