Uitspraak in het Plat: /vɛːkn̩ɛn/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: We·ken·enn
Pluralis: We­ken­en­nen n dat We­ken­enn
[1]
geavanceerde woordenschat
Nedersaksisch:
Nederlands:
Engels:
Duits:
Voorbeelden:
Hest du an’t Wekenenn Tiet?

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: Week + Enn