zelfstandig naamwoord
Afbreking: Po·ker
Pluralis: Po­kers m de Po­ker
[1]
geavanceerde woordenschat
Nedersaksisch:
Nederlands:
Engels:
Duits:

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: poken + -er
Identieke woorden ››› Poker ❔︎ Pöker ❔︎