Uitspraak in het Plat: /plaɡiːzn̩/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Plagg·ie·sen
Pluralis: Plag­g­ie­sen n dat Plag­g­ie­sen
[1]
perifere woordenschat

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: plaggen + Iesen