Uitspraak in het Plat: /sviːt͡sɐ/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Swie·zer
Pluralis: Swie­zers m de Swie­zer
[1]
geavanceerde woordenschat
is een eigennaam
Nedersaksisch:
Minsch ut dat Volk von de Swiezers
Nederlands:
Duits:

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: Swiez + -er