Uitspraak in het Plat: /zʏnplakn̩/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Sünn·pla·cken
Pluralis: Sünn­pla­ckens m de Sünn­pla­cken
[1]
geavanceerde woordenschat
Nedersaksisch:
Nederlands:
Engels:
Duits:
[2]
geavanceerde woordenschat
Nedersaksisch:
Nederlands:
Engels:
Duits:

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: Sünn + Placken