Uitspraak in het Plat: /kɔːtɛçɪsn̩/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Ka·te·chis·sen
Pluralis: Ka­te­chis­sen m de Ka­te­chis­sen
[1]
geavanceerde woordenschat
Nedersaksisch:
Nederlands:
Engels:
Duits: