Uitspraak in het Plat: /duː͡ɐapəl/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Duur·ap·pel
Pluralis: Duur­äp­pel m de Duur­ap­pel West-groep, Märkisch
Pluralis: Duur­ap­pels m de Duur­ap­pel Oostfaals
Pluralis: Duur­ap­peln m de Duur­ap­pel
[1]
geavanceerde woordenschat

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: Duur + Appel