zelfstandig naamwoord
Afbreking: Au·lamm
Pluralis: Au­lam­mer n dat Au­lamm Friesen-groep, West-groep, Westfaals, Noord-Nedersaksisch
Pluralis: Au­läm­mer n dat Au­lamm
[1]
geavanceerde woordenschat
Nedersaksisch:
Lamm
Voorbeelden:

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: Au + Lamm