Uitspraak in het Plat: /ɡɾɔu̯tʊnkəl/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Groot·un·kel
Pluralis: Groot­un­kels m de Groot­un­kel
[1]
geavanceerde woordenschat
Nedersaksisch:
Nederlands:
Engels:
Duits:
Voorbeelden:
Mien Grootunkel leevt in Amerika.

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: groot + Unkel