Uitspraak in het Plat: /jɪdɐbʊk/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Jid·der·buck
Pluralis: Jid­der­bück m de Jid­der­buck
[1]
perifere woordenschat

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: Jidder + Buck