Uitspraak in het Plat: /diːkʃaʊ̯əɾ/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Diek·schau·er
Pluralis: Diek­schau­ers m de Diek­schau­er
[1]
perifere woordenschat
Nedersaksisch:
Duits:

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: Diekschau + -er