zelfstandig naamwoord
Afbreking: Nu·tiet
Niet gebruikt het pluralis f de Nu­tiet
[1]
geavanceerde woordenschat
Nedersaksisch:
Nederlands:
Engels:
Duits:
Jetztzeit Meer tonen
Voorbeelden:

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: nu + Tiet