Uitspraak in het Plat: /kɾɪbəlkœpʃ/
bijvoegelijk naamwoord
Afbreking: krib·bel·köppsch
kribbelköppscher kribbelköppschst
[1]
geavanceerde woordenschat
Nedersaksisch:
Nederlands:
Engels:
Duits:
Voorbeelden:
Nu wees doch nich lieks so kribbelköppsch, wenn di een wat seggt!

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: Kribbelkopp + -sch