Uitspraak in het Plat: /bɾɪnkzɪtɐ/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Brink·sit·ter
Pluralis: Brink­sit­ters m de Brink­sit­ter
[1]
perifere woordenschat
Nedersaksisch:
Duits:

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: Brink + sitten + -er