zelfstandig naamwoord
Afbreking: Bu·koh
Pluralis: Bu­köh f de Bu­koh Noord-Nedersaksisch, Westfaals, Oostfaals, Pommersch
Pluralis: Bu­keih f de Bu­koh West-groep, Noord-Nedersaksisch, Pommersch
[1]
perifere woordenschat
Nedersaksisch:
Koh
Engels:
Duits:

Etymologie:

Woord afgeleid van: Koh