Uitspraak in het Plat: /ʏmslaçdɔu̯k/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Üm·slag·dook
Pluralis: Üm­slag­dö­ker n dat Üm­slag­dook
Pluralis: Üm­slag­dö­ker m de Üm­slag­dook Märkisch
Pluralis: Üm­slag­döök m de Üm­slag­dook Westfaals
[1]
geavanceerde woordenschat

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: Ümslag + Dook