zelfstandig naamwoord
Afbreking: Üm·slag
Pluralis: Üm­slääg m de Üm­slag
[1]
geavanceerde woordenschat
Nedersaksisch:
Kuvert
Nederlands:
Engels:
Duits:
Umschlag Meer tonen
[2]
geavanceerde woordenschat
Nedersaksisch:
Duits:
[3]
geavanceerde woordenschat
[4]
geavanceerde woordenschat
Nedersaksisch:
dat Besitterwesseln von Woren un Geld
Duits:
Umsatz Meer tonen

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: üm + Slag