Uitspraak in het Plat: /huːzhɔu̯lɐʃ/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Huus·ho·ler·sch
Pluralis: Huus­ho­ler­schen f de Huus­ho­ler­sch

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: Huus + holen + -er + -sch