bijvoegelijk naamwoord
Afbreking: pla·ckig
plackiger plackigst
[1]
geavanceerde woordenschat
Nedersaksisch:
Nederlands:
Engels:
Duits:
Voorbeelden:
Diene Büx is ja ganz plackig!

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: Plack + -ig
Identieke woorden ››› pläckig ❔︎